Het grote breien woordenboek: engels – nederlands

Gelukkig staat het wereldwijde web boordevol gratis breipatronen. Helaas zijn deze lang niet altijd in het Nederlands gepubliceerd. Door de opzet van breipatronen is het vrij makkelijk deze te vertalen. Als je weet welke afkortingen voor welke steken gebruikt worden kun je vaak het patroon gewoon gebruiken. Daarom hebben wij een woordenboek gemaakt met breitermen van Engels naar Nederlands.

Als je een bepaalde afkorting zoekt, druk dan op ctrl+F (tegelijkertijd), afhankelijk van je webbrowser krijg je een tekstveld waar je in kunt typen. Daar kun je bijvoorbeeld “kabel” intypen, vervolgens zoekt de webbrowser op deze pagina die term. Zo hoef je niet het hele lijstje door te lezen.

Engels Nederlands
approx = approximately ongeveer
arm (sleeve) mouw
armhole armsgat
at the same time tegelijkertijd
back loop (of st) de achterkant van de steek
back, through of loop achter in de steek
beg  = begin(ning) begin
bet = btwn = between tussen
bind off /fasten off afkanten
bind off /fasten off kant af
bo = bind off kant af
bobble nopje
body pand(en)
border rand/boord
buttonhole knoopsgat
buttons knopen
cable (braids) kabel
cable needle / stitch holder hulpnaald / hulpnld
cap, hood muts
casting band
center midden
central stitch middelste steken
centre front/back middenvoor
ch = chain stitch l = losse
circular needle ronde naald
cn = cable needle kabelnaald / hulpnaald
co = cast on zet op – opzetten
cont = continu(e)(s)(ing) doorgaan
crochet haken
crochet border gehaakte rand
crochet hook haaknaald
cross kruis
cross stitch kruissteken
cuff manchet
dbl = double dubbel
dc = double crochet stk = stokje
dec = decreas(e)(s)(ing) minder / minderingen
diagram teltekening
divide at the center deel in het midden
dpn(s) = double pointed needle(s) breinaald zonder knop
draw through a loop haal de draad door het lusje
drop a stitch laat een steek vallen
edge rand
edge stitch kantsteken (kantst)
embroidery borduur
even gelijkmatig
eyelet pattern ajourmotief
fasten off knip de draad af
fishermans rib patentsteek
foll = follow(s)(ing) volgt op
front band (with buttonholes) knoopsgatrand
garter stitch ribbelst
gauge steekverhouding
half fishermans rib halve patentsteek
hank of yarn, skein bol
hdc = half double crochet half stokje
hem omvouwen
hem onderrand
inc = increas(e)(s)(ing) meerderen
inwards over
join zet samen / naai delen aan elkaar
k = knit r = rechtsteken
k2tog = knit 2 together brei 2 st samen
k3tog = knit 3 together brei 3 st samen
knit in the round brei in het rond
knit row naald op de goede kant
knit up stitches neem steken op
knitting breiwerk
knitting needle breinaalden
lace kant
leave remaining laat de overige steken staan
lp(s) = loop(s) lusje
MC = main color hoofd kleur
meas = measure(s) afmeting
miss/pass over/skip overslaan
moss stitch gerstekorrelsteken
MT marking thread markeerder, markeerdraad
ndl(s) = needle(s) naalden
number of rows aantal naalden
opp = opposite tegenover
over over
over each other over elkaar
p = purl av = averechts
p2tog = purl 2 together brei 2 st av samen
pass slipped stitch over haal de afgehaalde steken daarover
pass the slip stitch over (psso) haal de afgehaalde steken daarover
pat = pattern patroon / motief
pattern repeat herhaling van motief
pick up opnemen / neem op
place on stitch holder plaats de steken op een hulpnaald
pleat plooi
Pm = place marker pm – plaats markeerder
previous row vorige naald of toer
PU = pick up oppakken
rem = remain(s)(ing) overige / resterende
rep = repeat(s)(ing) herhaal
repeat these x rowsreverse (rev) herhaal x keer
rev = revers(e)(ing) in spiegelbeeld
Rev St st = reverse stockinette stitch averechte tricotsteek
rf = right front rechts voor
rh = right hand rechterhand
rib Boordsteek
right side goede kant / heengaande nld
rnd(s) = round(s) rond
row of eyelet holes kant/rand met gaatjes
row, round naald / nld / toer / tr
row, round nld = naalden
rs = front side (of work), right side goede kant (van het werk)
rs = right side goede kant
sc = single crochet v = vaste
seam naad
seed stitch gerstekorrelsteken
sew seams naai samen
single crochet (sc) een gehaakte steek
sk = skip sla over
skip a stitch steken overslaan
sl st = slip stitch hv / halve vaste(n)
slip 1 stitch, sl 1 haal 1 st los af de nld
slip one knitwise (sl1 kw) haal 1 st r van de naald af
sm = slip marker zet markeerder op andere naald
St st = Stockinette stitch tricotst
st(s) = stitch(es) st = steken
take in / decrease minder
through front of loop (tfl) voorin de steek
times keer
tog = altog = together samen
top shaping mouwkop
Treble crochet (tr) dstk / dubbel stokje
Triple treble crochet vierdubbel stokje
turn keer het werk
turn (the work) keer het werk
twisted or crossed stitch verdraaide steken
UK:Triple treble crochet, US:Double treble crochet (dtr) driedubbel stokje
Single crochet (sc) v / vaste(n)
work a multiple of deelbaar door
work back brei terug
work straight, work even brei recht
WS = wrong side verkeerde kant/terugg. nld
yarn draad
yarn behind draad achter
yarn forward draad voor
yarn round needle omslag
yo = yarn over omslag
yoke pas
yoke ronde pas

 

Wij blijven deze lijst natuurlijk bijwerken zolang wij nieuwe termen tegenkomen. Als je een Engelse term tegenkomt die hier niet in staat of waarvan je wilt weten wat deze betekent, laat het ons weten!

Recent Posts